Een keukenmedewerker ondersteunt de werkzaamheden in de keuken en is onmisbaar voor, tijdens en na de service. Hij/zij:
– treft alle voorbereidingen in de keuken: groenten en fruit wassen en schillen, brood versnijden, vlees en vis klaarzetten enz…
– bereidt eenvoudige gerechten zoals sausen, dressings, sandwiches, soepen, salades, desserts, …;
– ruimt op, poetst en zorgt steeds voor een propere werkplek:
– ontvangt ingrediënten en kan ze correct opslaan;
– bewaakt de voorraden en vult deze zo nodig aan.
Een keukenmedewerker assisteert de kok en het andere keukenpersoneel. Zo help je voor de service met alle voorbereidingen. Tijdens de dienst help je de (hulp)kok bij de bereidingen en maak je ook eigen bereidingen klaar. Na de dienst ruim je op.
Vak | Kwalificatiefase | ||
---|---|---|---|
4e jaar | 5e jaar | ||
Geïntegreerde algemene sociale vorming | |||
Actua | 1 | 1 | |
BASV | 1 | 1 | |
Godsdienst | 2 | 2 | |
ICT | 1 | 1 | |
Lichamelijke opvoeding | 3 | 3 | |
Maatschappij en welzijn | 2 | 2 | |
Rijbewijs | 2 | 2 | |
Beroepsgerichte vorming | |||
Operationeel koken | 12 | 12 | |
Keukenonderhoud | 4 | 4 | |
Keukenvoorbereidingen | 3 | 3 | |
VVOH | 1 | 1 | |
Totaal | 32 | 32 |
Een goede keukenmedewerker…
– heeft een passie voor koken;
– is een kei in het snijden van groenten, fruit, brood, vlees en vis;
– kent de basiskeukentechnieken en -recepturen;
– volgt instructies op en kan werken aan een stevig tempo tijdens een drukke service;
– houdt van orde en netheid: gerechten moeten lekker zijn, maar ook voedselveilig.
Werkplek:
Waar voeding bereid wordt, zijn er keukenmedewerkers nodig. Jij kiest dus helemaal zelf hoe je je carrière inricht. Denk maar aan een bistro, brasserie, tearoom, grootkeuken, cateringbedrijf of sterrenrestaurant. Het precieze takenpakket en uurrooster verschilt van zaak tot zaak. In veel gevallen hoort weekendwerk erbij.